Deze opdracht is zelfs te doen bij een hittegolf. Hij lukt vast ook bij winters weer, als je verlangt naar de zomer. Maar ik stond vandaag in het halfduister voor mijn boekenkast, koos lukraak wat titels uit. Gerangschikt en nog eens gerangschikt, tot ik tevreden was. Wacht nog een boek er boven op, bij wijze van titel. Lees hier hoe de opdracht werkt. Pas op: het is verslavend, geen boekenkast is meer veilig.
Tag: Het verhaal achter
Kleur bekennen
Het zonlicht zet het rolgordijn in vuur en vlam. De muren, de houten vloer en het dekbed aan het voeteneinde, alles kleurt oranje. Ik krijg er een feestelijk gevoel van. Hoe ga ik dat gevoel vasthouden vandaag? Ik stap het bed uit en duik mijn kast in. Waar is die zijden sjaal gebleven? Samen met Annelies heb ik hem zelf geschilderd. Ze had er nog een over en die was voor mij. Meestal kies ik voor blauw maar die dag ging ik voor warme tinten. Het was de laatste les voor de zomervakantie. Met mijn vingers vormde ik torentjes in de natte stof. De verf vloeide snel uit, behalve waar ik zout had gestrooid. Je weet nooit wat je krijgt maar het is altijd bijzonder. Onderin de mand vind ik de sjaal gekreukt terug. Ik strijk hem glad. Vandaag ga ik je luchten.
Zoetermeer schrijft
Wat voor schrijver ben ik eigenlijk? Geen idee, wat ik wel weet is dat ik nadat ik een verhaal op papier heb gezet, me bedenk in wat voor heerlijke wereld ik ben geweest.
Dit kwam door de nieuwsbrief die ik van Jacqueline van Zwieteren ontving. Jacqueline is schrijfcoach en organiseert via Het Verhaal Achter leuke schrijfactiviteiten, onder andere in de bibliotheek van Zoetermeer. Die nieuwsbrief begon met:
Lees verder “Zoetermeer schrijft”Schilderles
Reinier die van zijn moeder mee moest naar de verjaardag van tante Cato, zit met een verveeld gezicht op de sofa. Volgens zijn moeder is het goed voor je karakter om soms dingen te doen die niet leuk zijn. Reinier vind dat onzin, wat leer je nu van een hele middag op een sofa zitten en te kijken naar oude mensen die langzaam dronken worden van de Madeira.
Met een diepe zucht laat iemand zich naast hem op de sofa zakken. Hij hoopt dat ze geen praatje met hem aanknoopt.
‘Heeft u weleens een zeepkist gemaakt?’
Reinier kijkt de oude dame naast hem nu schattend aan. Is ze gestoord of houdt ze hem voor de gek? Hij denkt het laatste.
‘Heeft u weleens een zeepkist gemaakt?’ Ze pakt zijn nu hand vast. Hij besluit het spelletje mee te spelen.
‘Nee, maar wel een theemuts. Heeft u weleens een theemuts gemaakt?’
‘Ja natuurlijk, heel vaak zelfs en mijn zus ook.’
‘Och, wat leuk’ zegt Reinier dan, die dit wel een interessant gesprek begint te vinden.
‘Had u zus soms ook vlechten in haar haar?’
Hij denkt nu aan zijn zus die stiekem achter de ficus kusjes wisselt met zijn neefje Patrick. Bah, wat vies. Haar vlechten heeft ze deze middag losgemaakt. Zijn vader had dat nooit goed gevonden.
De oude vrouw kijkt hem verwachtingsvol aan. Hij heeft haar antwoord gemist. Wat moet hij nu toch zeggen. ‘Ik zit op schilderles’, zeg hij naar waarheid met een beetje trots in zijn stem.
‘Och, wat leuk, mijn Henri ging ook altijd op zaterdag zwemmen.’ Ze geeft een kneepje in zijn hand.
Le Garcon au Culottes, Amedeo Modigliani
Herinneringen
Met bus 47 komt Egbert aan op het plein voor de kerk. Hij kijkt om zich heen op zoek naar een herkenningspunt. Zijn school, die van de broeders staat er niet meer. Jaren geleden werd de school gesloopt om plaats te maken voor een verzorgingstehuis. Het beeld van Sint-Jozef, de timmerman, heeft een plek gekregen bij de ingang. Aan de andere kant van de kerk is nog steeds de garage van Verdaasdonk. Hij steekt het plein over om in de etalage te kijken. Wat hebben hij en zijn vriendje Kees hier vaak staan kijken en gedroomd van hun autotochten in de bergen en langs de Middellandse zee.
In de etalage staat nu een blauwe Ford Anglia te pronken.
Egbert denkt nu meteen terug aan die zomervakantie dat zijn oom en tante helemaal uit Alkmaar waren komen aanrijden in hun nieuwe Ford Anglia. Dat was een reis van bijna een halve dag. Oom en tante bleven daarom een nachtje logeren. De auto werd op het pad naast het huis geparkeerd. Samen met zijn vriendje Kees bewonderde hij de auto van alle kanten. Hij moest even grinniken. De portieren van de auto waren niet afgesloten. Dus gingen ze samen in de auto zitten, hij achter het stuur en Kees naast hem.
In gedachten waren ze al op weg naar Nice.
Toen voelde hij dat er een sleutel in het slot onder het stuur zat. Hij draaide er aan en prompt begon de motor te lopen. Hij had zijn oom en vader nog nooit zo snel het huis uit zien rennen. Ze sleurden hem vanachter het stuur vandaan. Voor straf werd hij voor de rest van de dag naar zijn kamertje gestuurd en mocht een week lang niet bij Kees spelen. Hij schudt de herinnering van zich af. Hiervoor is hij niet in zijn geboorteplaats. Hij gaat op condoleance bezoek bij de weduwe van zijn oude schoolvriend. Egbert loopt verder het dorp in en bedenkt dat hij een mooi verhaal heeft om met haar te delen.
photo credit: Plbmak, Anglia-07 via photopin.com, creativecommons
Roze sokken
‘Lieve mensen, we zijn hier vandaag om te vieren dat Marlies en Mark in het huwelijk zijn getreden. Helaas hebben zij door dit mooie feest geen geld meer over om op huwelijksreis te gaan. Daarom hebben we iets bedacht. We hebben jullie gevraagd spullen mee te brengen van je zolder of uit de berging. Wat voor de één waardeloos is, is voor de ander een buitenkansje. We gaan alles bij opbod verkopen. Dus mensen, biedt gul zodat dat lieve stel met elkaar op reis kan. En zeg nu zelf, het is toch handig om je voorraad nutteloze voorwerpen aan te vullen voor een volgend feestje?
Wat heb ik hier als eerste, een paar warme roze sokken. Zo te zien nog nooit gedragen. Wie biedt?’
Ik staar naar wat Theo voor ons in de hoogte houdt. Die sokken ken ik. Ik heb ze zelf gebreid voor mijn zus. Hoe kan dat nou, ze was er zo blij mee. Ik kijk rond of ik mijn zus ergens zie. Achterin de zaal staat ze tegen de muur geleund. Ik probeer haar blik te vangen. Gelukt, ze steekt haar hand naar me op.
Ondertussen blijft Theo maar door kletsen.
‘We beginnen met vijf euro. Daarachter in de zaal. Deze sokken zijn toch meer waard dan vijf euro. Heerlijk om je voeten in bed warm te houden. Hier wordt acht euro geboden. Kom op dames, niet iedereen is net getrouwd. Wie biedt er meer? ’
Ik blijf naar mijn zus staren. Ze laat haar arm weer zakken en kijkt van mij naar Theo. Ik zie dat er iets begint te dagen. Haar gezicht wordt langzaam rood.
photo credit: AnnaKika, Creative Commons
Mosterd na de maaltijd
Ik weet het, het is een beetje laat en de kerstvakantie is voorbij, maar ik weet een leuk gezelschapsspel. Wat je nodig hebt is een even aantal deelnemers, pennen en schrijfpapier. Meer niet, of misschien toch: een beetje verbeeldingskracht.
Het gaat om het schrijven van een dialoog. Dat kan tussen twee mensen zijn, maar dat hoeft niet. Dieren of voorwerpen leveren ook mooie resultaten op. Vlak voor kerst hebben we het in de prozagroep uitgeprobeerd. We kregen opdrachten waar we graag onze tanden in zetten. Twee aan twee ontvingen we een beschrijving van de situatie en van de hoofdpersonen. De één begint het gesprek op papier en schuift het door naar de ander. De ander reageert op de eerste zin en schuift het papier terug.
Bijvoorbeeld: we stelden ons het gesprek voor tussen de brie en de camembert op het kaasplankje. Twee kaasjes die allebei denken dat ze heel bijzonder zijn.
'Nu liggen we alweer zo dicht bij de kandelaar, ik begin nu al te zweten. Ruik je iets?'
'Of ik iets ruik? Weet je wel tegen wie je het zegt?'
'Je hoeft niet zo uit de hoogte te doen, de mensen weten toch niet waar jij eindigt en ik begin.'
Kijken naar een verliefd stel doet oude liefde opbloeien tussen een peper en zout stel:
‘Waarom zo focussen op dat mensenpaar? Staan wij wij niet mooi samen mooi te flonkeren in het kaarslicht? Jij staat er schitterend bij vanavond.’
Zelfs de conversatie tussen een gevulde kalkoen en een gebraden konijn kent filosofische hoogtepunten:
‘Gek is dat. Toen we nog vol in het leven stonden wilde niemand ons kennen en nu we hier zo liggen met een knapperige buitenkant, zijn we het stralende middelpunt.’
De vork en het mes zijn tot elkaar veroordeeld en dat is te merken:
'Ik wil in het midden prikken.'
'Je begrijpt toch wel Vorkje, dat je dan de rotzooi zelf mag opruimen.'
'Dat kan je nu wel zeggen, maar ik verwacht je volledige steun.'
'Vooruit maar weer. Neem dan alsjeblieft wel een grote hap.'
Met dank aan Jacqueline van: Het verhaal achter en mijn schrijfmaatjes. Zin om ook een keer te schrijven? Kijk op de site van de bibliotheek in Zoetermeer.
Foto: dmitryzhkov via Creative Commons
Mijn tante Hetty, deel 14: Opgesloten
Ik word wakker van de kou en weet eerst niet waar ik ben. Mijn neus kriebelt. Als ik wil krabben, weet ik het weer. Mijn handen zitten vast op mijn rug. We zijn vastgebonden door de drie mannen en in de kelder van de buren gedumpt. Ik moet toch in slaap gevallen zijn. Ik weet dat we een tijdje hebben geluisterd naar het heen en weer lopen boven ons hoofd. Wat ze tegen elkaar zeiden was onverstaanbaar totdat ze ruzie kregen. Moesten ze ons meenemen morgen of hier achterlaten in de kelder? Het ging ook over een auto en dat iemand ze in de gaten hield. Zou dat de auto zijn bij tante voor de deur? Dan was die niet van de criminelen, maar van wie dan wel?
Het is boven stil. Het huis lijkt nu leeg. Ik kijk om me heen, het is al dag geworden want er komt licht door een rooster naar binnen. Ik zie Victor scheefgezakt tegen een ketel hangen. Ik wil hem roepen om te kijken of hij wakker. Maar dat kan natuurlijk niet, mijn mond is dichtgeplakt. Tranen springen in mijn ogen. Zouden mijn vader en moeder aan me denken en zich afvragen waarom ik gisteravond niet heb gebeld? Was ik maar niet naar Victor gegaan dan was alles nog normaal. Nee, dat is niet waar, tante was toen al spoorloos.
Victor kreunt zachtjes, toch is hij nog niet wakker. Ik probeer naar hem toe te schuiven. Misschien kan ik de tape los krijgen. Als ik met mijn rug naar hem toe ga zitten, kunnen mijn vingers bij de tape over zijn mond. Ik voel een los stukje en trek er aan, trek nog een keer flink. Victor schreeuwt het uit.
‘Au, wat doe jij nou?’
Als ik om kijk, kijkt hij mij woedend aan. Dan verandert langzaam zijn blik, alsof hij ineens weer weet in welke ellende we zitten.
‘Ik ga proberen je handen los te maken Mara,’ klinkt het dan schor. Hij gaat rechtop zitten en keert zich om zodat zijn handen bij de tape op mijn rug kunnen. Een scheurend geluid en mijn handen zijn los. Nu gaat het snel, binnen enkele minuten zijn we bevrijd van de tape. Victor loopt als een gek door de kelder. Hij rukt aan de deur boven aan de trap. Maar die zit stevig op slot.
‘We moeten hier uit zijn voor de criminelen terug komen.’
‘Misschien kan het rooster open?’
We kijken naar de streep licht die naar binnenvalt langs de wand.
‘Zullen we dat kastje er onder schuiven, dan kan ik er wel bij, denk ik.’ Ik kijk naar het kastje waar Victor naar wijst. Het ziet er gammel uit, maar er is niets anders. Samen schuiven we het kastje naar een plek onder het rooster. Victor klimt op het er op en probeert het rooster op te tillen. Hij krijgt er geen beweging in. Wanhopig kijkt hij naar mij. En ik? Ik barst in tranen uit.
‘Niet huilen Mara, anders moet ik ook huilen.’ Hij ploft naast mij neer op de keldervloer.
‘Ik doe eerst dat stomme horloge uit. Daarom wist Remco dat we in de tuin waren, wat stom van mij.’ Met een zwaai gooit hij zo de dure applewatch tegen de muur. Het stuitert terug en valt achter het kastje op de grond.
Waar waren we ook al weer gebleven? Klik hier.
Of wil je bij het begin beginnen? Klik dan hier.
Boer zoekt Vrouw
Avontuurlijke vrouwen en een enkele man zoeken vanavond weer naar een geschikte partner in Boer zoekt Vrouw. In deze reeks zijn dat Nederlandse boeren die een bestaan hebben opgebouwd in het buitenland.
Maar geen van de deelnemers is zo avontuurlijk als mijn tante Roos. In de jaren vijftig vroeg de dominee aan haar en haar vriendinnen of ze wilden corresponderen met jongemannen in Holland, Michigan. De voorouders van deze jongemannen waren ooit vanwege het geloof vertrokken naar de Verenigde Staten. Ze spraken nog steeds Nederlands en wilden de taal bijhouden. Tante Roos schreef met ene Chuck Tanis en werd verliefd op zijn bloemrijke schrijfstijl. Het duurde niet lang of ze vertrok met de Holland Amerika Lijn naar haar droomprins. Zonder hem ooit in het echt te hebben gezien, zonder tijd te hebben gehad om hem beter te leren kennen, trouwden ze hem zodra ze voet zette aan wal in de Verenigde Staten.
Of ze gelukkig was? Dat was niet belangrijk. Roos en Chuck kregen negen kinderen en leefden lang en deugdzaam.