Het zonlicht zet het rolgordijn in vuur en vlam. De muren, de houten vloer en het dekbed aan het voeteneinde, alles kleurt oranje. Ik krijg er een feestelijk gevoel van. Hoe ga ik dat gevoel vasthouden vandaag? Ik stap het bed uit en duik mijn kast in. Waar is die zijden sjaal gebleven? Samen met Annelies heb ik hem zelf geschilderd. Ze had er nog een over en die was voor mij. Meestal kies ik voor blauw maar die dag ging ik voor warme tinten. Het was de laatste les voor de zomervakantie. Met mijn vingers vormde ik torentjes in de natte stof. De verf vloeide snel uit, behalve waar ik zout had gestrooid. Je weet nooit wat je krijgt maar het is altijd bijzonder. Onderin de mand vind ik de sjaal gekreukt terug. Ik strijk hem glad. Vandaag ga ik je luchten.
Categorie: Mode
Gooi geen oude schoenen weg als je nieuwe hebt
Welke schoenen zal ik aantrekken? Het is meer dan dertig graden en we gaan wandelend naar de bakker in het dorp ongeveer vier kilometer verder op.
De hele week loop ik al op mijn slippers. Als ik ze niet draag kun je inmiddels zien waar de banden van de slippers mijn voeten bedekken. De rest is bruin gekleurd door de zon. Maar op mijn slippers door een bos wandelen met zanderige paden lijkt met niet zo’n goed idee. Het zand zal langs mijn voeten schuren en ik voel de blaren al die daardoor onder diezelfde banden zullen ontstaan. Lees verder “Gooi geen oude schoenen weg als je nieuwe hebt”
Sorry Chuck Taylor
Op eens zie ik ze overal; de All Stars van Converse. Ik zie ze aan peutervoetjes, aan de voeten van een jonge man. Een oudere vrouw draagt ze onder een zwarte designer jurk. Ze zijn dan uiteraard zwart en in de lage variant. Twee giechelende meiden dragen ze in felle kleuren onder een skinny jeans.
Ze vallen me ineens op omdat ik er over gelezen heb op een modeblog. De All Stars gaan al bijna honderd jaar mee en zijn nog steeds hip. Of liever gezegd ze zijn weer hip. Ik droeg ze eind jaren 80. Ik had een lila en een blauw paar. Het zijn niet zomaar schoenen, het is de essentie van gympen. Een kind zou ze zo kunnen tekenen, met de bekende witte cirkels van rubber precies op de enkels en de witte veters.
De Converse Rubber Shoe Company, opgericht door Marquis M. Converse, begon net na de tweede wereldoorlog met het maken van schoenen voor sporters. Toen de basketbalspeler Chuck Taylor zich met de verkoop en het ontwerp ging bemoeien werden ze wereldberoemd. Al snel stond zijn handtekening in het logo. Chuck Taylor zou zijn hele leven bij Converse blijven werken. Hij overleed in 1969.
Toen ik de All Stars droeg was het merk al op zijn retour. Adidas en Nike wisten hun sneakers veel beter aan de man te brengen. Converse was met zijn All Stars de underdog tegenover multinationals en dat sprak mij in die tijd erg aan. Uiteindelijk ging Converse in 2001 failliet en werd overgenomen door de grote concurrent Nike.
En nu worden er per jaar weer zo’n 50 miljoen All Stars verkocht. Converse pakt dat slim aan. Beginnende muzikanten krijgen veel gerichte steun. Converse heeft zelfs een speciale studio laten bouwen, de Rubber Tracks Studio. Hier kan gratis gebruik van gemaakt worden. Door die verbinding met jonge muzikanten weet het bedrijf zijn wat tegendraadse imago te behouden en dat slaat aan. Want wie wil dat nu niet ook zijn?
Ik dacht dus aan een donkerrood paar All Stars of klassiek blauwe toen ik de schoenenwinkel binnen stapte. Ze zaten alleen een stuk minder lekker dan de dertien in een dozijn sneakers van Esprit die ik ook paste. Het spijt me Chuck.
How to: every day make up in six steps
Belofte maakt schuld. Ik heb Ann-Sophie uit Leuven beloofd te schrijven over hoe ik me elke dag opmaak. Ik vond haar blogpost op My Name is Blonde namelijk zo leuk gedaan dat ik het ook wilde proberen. Ik ben al een paar dagen bezig met de vraag hoe ik die schuld ga inlossen.
1 Een schoon gezicht
Ik heb eerst een tekening gemaakt van mijn eigen gezicht. Een paar rimpels er op getekend en een beetje kleur meegegeven. Precies zoveel als ik heb als ik opsta. Na het douchen en een beetje voedende dag crème van Albert Hein ben ik klaar voor het dagelijkse ritueel. Het kost me nog geen drie minuten.
2 De basis
Ik gebruik voor mijn hele gezicht een concealer, die de fabrikant Max Factor aan prijst met All Day Flawless. Wie wil dat nu niet zijn de hele dag? Ik heb de kleur Golden 75 gekozen, die ligt dicht bij mijn eigen kleur, het gaat er vooral om dat je de vlekjes niet meer ziet.
3 Kleur op de wangen
Met een grote kwast van de Bodyshop maak ik wat poeder los uit een doosje van Bourjois, 03 Brun Cuivrė en verspreid dat over mijn jukbeenderen. Met een grote kwast ziet dat er natuurlijk uit.
4 De ogen
Eerst breng ik met een kleiner kwast van de Bodyshop oogschaduw aan. Op dit moment is dat Smoky 306 van L’Oreal. Daarna trek ik een lijntje met superliner ook van L’Oreal, vanaf de binnenkant van mijn iris naar buiten. Dat maakt dat het lijkt of je ogen verder uit elkaar staan. Tot slot gebruik ik mascara voor de wimpers boven. Aan de onderkant doe ik dat niet, ik wil geen poppenogen.
5 De wenkbrauwen
Met een kohlpotlood teken ik mijn wenkbrauwen een beetje bij. Hier en daar zitten littekens van de waterpokken. Met een eybrow gel van de Hema zorg ik dat alle haartjes dezelfde lijn volgen en dat de hele dag blijven doen.
6 De lippen
Mijn lippen vergeet ik meestal. Af en toe schaf ik een nieuwe lippenstift aan en ben dan helemaal blij. Ik gebruik hem een dag of drie en dan verdwijnt hij roemloos in een tas of jaszak. Deze is van Lookx en slordig opgedaan.
Een carrière als beauty blogger zal er niet van komen. Hoewel, waarom is het alleen iets voor jonge vrouwen?
Een stel goede benen
Meer dan vijftig jaar oud zijn en dan toch nog jeugdig ogen. Dat doet de minirok. Het AD weidde er deze week een artikel aan. Ik kreeg het toegeschoven door een collega. Echt iets voor jou zei ze erbij. En gelijk had ze. Het artikel maakte in mijn hoofd gelijk van alles los.
Zelf was ik in de tijd van de eerste minirok nog een kind. Van de opwinding over de korte rokjes of erger over de lange blote benen er onder, heb ik weinig meegekregen. Wel herinner ik me de geschokte reacties bij de komst van de hotpants. Ook een uitvinding van Mary Quant. De hotpants was een strak kort broekje, eronder droeg je lange laarzen of kousen tot over de knie. Na veel zeuren kreeg ik een bruin exemplaar, erboven droeg ik een kort truitje met bruine, gele en oranje streepjes. Het geheel werd compleet met mais gele kousen die tot aan mijn dijen reikten.
Mary Quant was een fenomeen. Ze wilde kleding waarin ze kon rennen om de bus te halen. Omdat ze die niet kon kopen ging ze ze zelf ontwerpen. Eind jaren vijftig begon ze haar eigen boetiek Bazaar aan de King’s Road. Een winkel met een ruim aanbod aan betaalbare, altijd hippe kleding en spraakmakende etalages en modeshows. In het filmpje kun je zien hoe fris het nog steeds oogt. Het liep dan ook als een trein, de jeugd had voor het eerst in de geschiedenis zelf wat te besteden. Haar initiatief kreeg veel navolging in de swingende stad. Londen werd voor even het episch centrum van de mode.
Uiteindelijk sierde haar logo, een gestileerde madelief, make-up, schoenen en kousen en nog veel meer. Ik heb zelfs nog een modepopje, Daisy genaamd en een doosje vol met door Mary Quant ontworpen kleertjes.
Geschiedenis en nostalgie, maar de wens van jongeren om eigen kleding te kunnen kopen die past bij hun gevoel blijft. Dat je een lange neus maakt naar ouders en verkoopsters van middelbare leeftijd in kledingzaken is een leuke bijkomstigheid, als je de H&M of de Primark binnen wandelt.
Wat ook blijft is de minirok zelf. Iedereen kan ze dragen. Je bent er niet te dik of te oud, als je maar een stel goede benen hebt.
Dwaze dagen met Purdey
Het grote publiek kent haar als Patsy Stone, maar voor mij is ze Purdey. Ik heb het over de actrice Joanna Lumley. Eind jaren 70 wilde elk meisje een kapsel hebben als Purdey, de vrouwelijke hoofdpersoon uit de Wrekers die samen met John Steed spioneerde voor het Britse koninkrijk. Ze had een fenomenale vechttechniek en ondanks alle actie zat haar haar altijd goed.
Deze week was ze in Nederland om de drie dwaze dagen van de Bijenkorf te openen. Ze is inmiddels in de 70 maar nog steeds een stijlicoon. De Bijenkorf heeft het goed begrepen, een groot deel van de omzet wordt bepaald door hippe oma’s.
De marketeers van televisiereclames hebben het veel minder goed begrepen. In een artikel in de krant, geschreven ter gelegenheid van 25 jaar commerciële televisie, stond dat de adverteerders zich richten op De Boodschapper. Dat is de kijker, meestal een vrouw tussen 20 en 49 jaar, die in het huishouden het geld uitgeeft.
Het klopt dat voor gezinnen met kinderen grote hoeveelheden boodschappen ingekocht moeten worden. In dat geval gaat het om vrouwen grofweg tussen de 20 en 49 jaar. Als je eenmaal de vijftig bent gepasseerd, ben je merkvast, is de redenering. Met andere woorden, drink je op je vijftigste pickwickthee, dan blijf je dat doen tot je laatste snik. Reclame richten op jou heeften hun ogen geen zin meer. Dat klopt toch van geen kant.
Ik denk dat die marketeers niet in de gaten hebben dat 60 het nieuwe 40 is. Ze veronachtzamen een groeiende groep ouderen die behoorlijk wat te besteden heeft. Waarschijnlijk zorgen ze er met hun reclame uitingen zelfs voor dat hun stelling bewaarheid wordt. Want wie voelt zich straks nog aangesproken om wat voor thee dan ook te drinken?
Ik niet, gekleed in mijn nieuwe jeans en leren jasje hef ik mijn glas champagne, cheers Joanna.
Over rare hobby’s en mooie dromen
“We willen niet te laat naar huis gaan”, zegt Liesbeth, een vriendin van ons. “Want morgenavond moet ik ook nog naar school”. “Naar school?” reageren wij in koor. “Ja, ik zit op de kappersschool“. We hadden elkaar door familieomstandigheden al een tijdje niet gezien en deze zondagmiddag was bedoeld om bij te praten en tot besluit samen lekker te eten. Ze vertelt dat ze het knippen van mensen altijd leuk heeft gevonden en in haar studietijd er een bijverdienste aan had. Ze heeft al een pandje in de stad waar ze wonen op het oog. We worden helemaal enthousiast van haar verhaal. Het nodig mij uit om te vertellen over mijn nieuwste project, het maken van een corset. “Hoor je dat Hugo”, zegt Liesbeth, “en dan noem je mijn hobby raar”.
In haar vrije uren oefent Liesbeth het inzetten van rollers voor een permanent. In het dagelijkse leven is ze juriste en eigenaar van een adviesbureau. Ik ben in mijn vrije tijd bezig met textiel en doordeweeks gemeenteambtenaar. We zijn allebei van de generatie die begin jaren 80 moest kiezen voor een opleiding of een beroep. Van onze schooldecaan kregen we het dringende advies mee vooral iets te gaan doen waar je je brood mee kon verdienen. Het was crisis.
Het volgen van de pedagogische academie, de voorloper van de pabo, leidde op tot werkloosheid. Dus ging mijn zus een ander HBO- opleiding doen. Ze werd daar doodongelukkig van en stapte toch over naar de pedagogische academie. Ze werkt nu al jaren met veel plezier in het onderwijs. En is, voor zover ik dat kan beoordelen, een kei in haar vak. Mijn schoonzus werd jaar na jaar uitgeloot voor de opleiding tot verloskundige. Rondde zelfs een universitaire studie af. Maar is nu, je raadt het al, verloskundige. Zij hadden meer lef en maakten hun droom waar.
We zitten nu ook in een economische crisis en ik vraag me af hoe jonge mensen nu een keuze maken. Praten schooldecanen op hen in en durven ze dan niet meer te dromen? Of is deze generatie anders en kiest ze meer vanuit eigen overtuiging? Ik zou daar graag wat over horen.
Aan een rare hobby kun je trouwens veel lol beleven.
Voor mij bestemd
Tussen de middag liep ik in het Stadshart van Zoetermeer een kledingzaak binnen. Op zoek naar een jasje in de uitverkoop. Niet dat ik een jasje nodig heb, maar eerder die week was ik een mooi jasje misgelopen en dat schiep een behoefte.
Dat mooie jasje was een petrol blue colbert van babyrib, bij V&D, afgeprijsd en ook nog in mijn maat. Omdat ik niet genoeg tijd had besloot ik de volgende dag terug te komen en het te passen. Als het er nog zou hangen was het voor mij bestemd. De volgende dag hing het er niet meer.
De kledingzaak waar ik tussen de middag binnen liep, had ook mooie jasjes in de aanbieding. Ik vond er een naar mijn smaak met wel 70% korting. Een klant voor mij bij de kassa, rekende net dolgelukkig een wit wollen vest af. Ze had weken gewacht tot er nog meer korting werd gegeven. Ik zei tegen haar: ‘Dan heeft u wel geluk gehad, want een ander had u voor kunnen zijn’. Ze reageerde laconiek: ‘Dan was het gewoon niet voor mij bestemd geweest’.
Dat was het dus met het blauwe jasje, het was gewoon niet voor mij bestemd. Wat een heerlijke levensfilosofie. Als ik een bepaalde baan of liefde niet krijg komt het simpelweg doordat die niet voor mij bestemd is. Die gedachte is veel prettiger dan het grondige zelfonderzoek waaraan ik mezelf onderwerp als iets mislukt.
Met zo’n instelling kun je je schouders rechten en opgewekt verder leven. Vervolgens komt er van zelf wat anders op je pad, bijvoorbeeld een grijs jasje.
Wat zal ik aan doen?

Niemand had het gezien of er iets van gezegd. Ik kwam er zelf achter dat ik onder mijn blauwe jurk geen blauwe kousen had aangetrokken maar groene. In deze tijd van het jaar is het verschil ’s morgens nauwelijks te zien. Reden waarom ik de zwarte kousen in een apart bakje in mijn kast heb liggen.
Er zijn tijden geweest dat ik bij het ontdekken van zo’n vergissing spoorslags naar huis zou gaan of direct na openingstijd naar de Hema rende. Of het nu ging om een ladder, een haal, een vergeten ceintuur of een verkeerde kleur van wat voor kledingstuk dan ook. Ook heb ik altijd naald en garen bij me.
Wat een drukte om zoiets wat totaal onbelangrijk is, denk je misschien. Maar, voor mij, en ik denk veel andere vrouwen, geldt: als ik zeker ben over wat ik aan heb, kan ik alles aan. Daarom ben ik ook geïnteresseerd in alles wat over mode gaat en wat kleding voor je kan doen. Zo stond er laatst een interessant artikel in de NRC * over wat je op kantoor wel en niet kunt dragen. Tips die je kunt gebruiken of naast je neerleggen. Zo zal ik never nooit een vleeskleurige panty dragen.
Is het door deze onzekerheid dat dit soort artikelen zo gretig worden gelezen en de programma’s en boeken van Trinny Woodall en Susannah Constantine zo populair zijn? Volgens de columnist Arjen van Veelen wel. Vrouwen laten zich onzekerheden aanpraten die dan door dit soort programma’s en artikelen worden ‘opgelost’. In zijn reactie op het NRC-artikel heeft hij de betere beautytip: wordt nooit een paspop. Naar zijn mening zou het recht om zelf te bepalen wat je draagt grondwettelijk verankerd moeten worden. Baas in eigen kledingkast, zogezegd. Maar wat heb ik aan dat recht op die ochtend dat ik in vertwijfeling voor mijn kast sta. Wat moet ik aan?
* Dit artikel was verdeeld over meerdere pagina’s, voor wie het wil lezen, daarom deel 1 en deel 2