Geplaatst in Mijn tante Hetty

Mijn tante Hetty, deel 14: Opgesloten

Ik word wakker van de kou en weet eerst niet waar ik ben. Mijn neus kriebelt. Als ik wil krabben, weet ik het weer. Mijn handen zitten vast op mijn rug. We zijn vastgebonden door de drie mannen en in de kelder van de buren gedumpt. Ik moet toch in slaap gevallen zijn. Ik weet dat we een tijdje hebben geluisterd naar het heen en weer lopen boven ons hoofd. Wat ze tegen elkaar zeiden was onverstaanbaar totdat ze ruzie kregen. Moesten ze ons meenemen morgen of hier achterlaten in de kelder? Het ging ook over een auto en dat iemand ze in de gaten hield. Zou dat de auto zijn bij tante voor de deur? Dan was die niet van de criminelen, maar van wie dan wel?
Het is boven stil. Het huis lijkt nu leeg. Ik kijk om me heen, het is al dag geworden want er komt licht door een rooster naar binnen. Ik zie Victor scheefgezakt tegen een ketel hangen. Ik wil hem roepen om te kijken of hij wakker. Maar dat kan natuurlijk niet, mijn mond is dichtgeplakt. Tranen springen in mijn ogen. Zouden mijn vader en moeder aan me denken en zich afvragen waarom ik gisteravond niet heb gebeld? Was ik maar niet naar Victor gegaan dan was alles nog normaal. Nee, dat is niet waar, tante was toen al spoorloos.
Victor kreunt zachtjes, toch is hij nog niet wakker. Ik probeer naar hem toe te schuiven. Misschien kan ik de tape los krijgen. Als ik met mijn rug naar hem toe ga zitten, kunnen mijn vingers bij de tape over zijn mond. Ik voel een los stukje en trek er aan, trek nog een keer flink. Victor schreeuwt het uit.
‘Au, wat doe jij nou?’
Als ik om kijk, kijkt hij mij woedend aan. Dan verandert langzaam zijn blik, alsof hij ineens weer weet in welke ellende we zitten.
‘Ik ga proberen je handen los te maken Mara,’ klinkt het dan schor. Hij gaat rechtop zitten en keert zich om zodat zijn handen bij de tape op mijn rug kunnen. Een scheurend geluid en mijn handen zijn los. Nu gaat het snel, binnen enkele minuten zijn we bevrijd van de tape. Victor loopt als een gek door de kelder. Hij rukt aan de deur boven aan de trap. Maar die zit stevig op slot.
‘We moeten hier uit zijn voor de criminelen terug komen.’
‘Misschien kan het rooster open?’
We kijken naar de streep licht die naar binnenvalt langs de wand.
‘Zullen we dat kastje er onder schuiven, dan kan ik er wel bij, denk ik.’ Ik kijk naar het kastje waar Victor naar wijst. Het ziet er gammel uit, maar er is niets anders. Samen schuiven we het kastje naar een plek onder het rooster. Victor klimt op het er op en probeert het rooster op te tillen. Hij krijgt er geen beweging in. Wanhopig kijkt hij naar mij. En ik? Ik barst in tranen uit.
‘Niet huilen Mara, anders moet ik ook huilen.’ Hij ploft naast mij neer op de keldervloer.
‘Ik doe eerst dat stomme horloge uit. Daarom wist Remco dat we in de tuin waren, wat stom van mij.’ Met een zwaai gooit hij zo de dure applewatch tegen de muur. Het stuitert terug en valt achter het kastje op de grond.

Waar waren we ook al weer gebleven? Klik hier.

Of wil je bij het begin beginnen? Klik dan hier.

 

 

Geplaatst in Huis, tuin en keuken

Vergeving

Vergeving, gekleurde gedachten, Karien Damen

Misschien als ik op mijn hoofd ga staan

Misschien als ik met mijn handen zwaai

Misschien als jij je ogen dicht doet

Misschien kan ik het dan

Je vergeven

Geplaatst in Huis, tuin en keuken

Mylan waar ben je?

Ik hang hier nu al een week. Het ringetje waaraan ik vast zit begint al te roesten. Een oude man op klompen vond mij tussen het gras. Hij heeft me hier aan het prikkeldraad gehangen. Hij dacht natuurlijk dat Mylan op zoek was naar mij en dat ik zo meer zou opvallen. Maar Mylan is mij vast niet meer aan het zoeken.

Hij weet helemaal niet waar hij mij is kwijtgeraakt.

Op weg naar huis van de voetbal ging hij met zijn vriendjes maiskolven plukken in het veld. Die zouden ze gaan poffen bij Niels. Bij Niels thuis mag alles. Achteloos stak hij mij in de zak van zijn jas. Bij de eerste de beste sprong over een sloot, viel ik er al uit. Ik ben toch wel benieuwd hoe Mylan die middag is thuisgekomen.

Zou hij zijn gaan lopen?

Of is hij bij één van zijn vriendjes achterop gesprongen? Of misschien heeft hij zijn vader direct gebeld? Die vader zal wel woest geweest zijn. Want die kon natuurlijk weer de fiets van zijn zoon ophalen en er een nieuw slot op laten zetten. Zelf ben ik nu natuurlijk waardeloos geworden, maar het schoentje dat naast mij bungelt niet. Ik weet zeker dat Mylan daar aan gehecht was.

Gekleurde Gedachten, Karien Damen
Mylan waar ben je?

 

Geplaatst in Huis, tuin en keuken

Ik ben zichtbaar

Op mezelf terug geworpen
In mijn kleine wereld
Kijk ik wie mij ziet
Ik ben zichtbaar
Voor wie het wil zien
Voor wie ik goed ben zoals ik ben
Van wie ik hou
Ben ik zichtbaar

Geplaatst in Huis, tuin en keuken, Kunst en Cultuur

Inspiratie op doen op een buitengoed

Voor je ligt het onbekende
Je leert het nooit kennen als je niet gaat
Til een voet op en zet hem voor de andere
Als je in beweging komt ontstaat de weg vanzelf

Gekleurde gedachten, Karien Damen

Dit weekend logeerde ik in een heuse herberg met mijn schrijfgroepje. Nog geen tien kilometer van mijn huis vandaan, maar mijlen verwijderd van de bewoonde wereld, ligt buitengoed de Uylenburg. Een groene oase van rust vlak bij Delft. Het was voor mij de eerste keer dat ik met anderen op schrijfweekend was. Soms zat ik binnen aan een tafeltje in de opkamer, soms aan een grote tafel in het souterrain of lekker buiten als het zonnetje door de wolken brak.

 

Het was wat wennen om stil bij elkaar te zitten en soms lukte dat ook niet helemaal. Zaterdagavond hebben we drie uur lang zitten praten op harde houten stoeltjes in Café du Midi, maar dat leverde weer stof op voor nieuwe verhalen en een houten kont. Ik heb het verhaal over tante Hetty zoals het tot nu toe is, kunnen opschonen en zelfs een nieuw hoofdstuk kunnen schrijven, geïnspireerd op de kelder in de herberg. Wordt vervolgd!

Gekleurde gedachten, Karien Damen
Het huis van Mara
Geplaatst in Mijn tante Hetty

Mijn tante Hetty, deel 13: Indringers

Eindelijk fietsen we de straat uit.
Het duurde heel lang voordat de moeder van Victor naar bed ging. Toen het helemaal stil was geworden, gaf Victor een seintje. Ik kroop onder het bed vandaan. Mijn linkerbeen sliep. Ik kon er bijna niet meer op staan. Victor deed zijn horloge om en trok een hoody over zijn hoofd aan. Hij gebaarde dat ik er ook één aan moest trekken. Toen ik hem vragend aan keek, vormde hij met zijn mond het woord ‘koud’. Tuurlijk, het is al nacht en niet meer zo warm. Heel zachtjes liepen we de trap af. Victor deed voorzichtig de voordeur open. Snel gingen we naar buiten. Ik deed tantes fiets van het slot, stapte op en reed weg. Op straat sprong Victor achterop.

Na een klein stukje fietsen, zie ik in de verte het huis van tante al. Er brandt geen licht. Een donkere auto staat voor de deur. Ik knijp hard in de remmen. Victor springt net op de tijd van de fiets anders waren we omgevallen. Hij wil protesteren, maar ik doe mijn vinger voor mijn mond.
‘Ssst, daar staat de auto die achter ons aan zat.’
Victor knijpt zijn ogen tot spleetjes. ’Er zit iemand in,’ fluistert hij.
‘Wat doen we nu? Ik durf er niet langs.’
‘Nee, beter van niet. Kunnen we achterom? Misschien is je tante toch thuis en dan kunnen we de politie bellen.’
‘Nee achterom gaat niet, maar ik heb een idee. We kunnen via de tuin van de buren proberen. Die zijn op vakantie.’
We fietsen een zijstraat in. Ze komen we achter het huis van de buren. Hier stappen we af. Victor kijkt naar de tuinmuur. ‘Daar komen we nooit overheen.’
‘Dat hoeft ook niet,’ zeg ik. ‘Verderop is een opening. Daar kunnen we net doorheen.’ Het is even zoeken tussen de struiken, maar dan vinden we de opening in de muur die Estelle en David mij hebben laten zien. We kruipen onder de takken door en staan dan in de tuin van de buren. In het donker ligt het huis er helemaal verlaten bij. Het water in het zwembad maakt af en toe een gorgelend geluid. Verder is het stil, erg stil. Ik voel me niet op mijn gemak.
‘Creepy,’ fluistert Victor. Voorzichtig lopen we langs het zwembad en het kleedhuisje. Ik wijs hem het gat in de heg naar de tuin van tante.

‘Weet je moeder dat je hier bent?’ klinkt een mannenstem. Van schrik blijf ik staan. Als ik om kijk, zie ik dat een man Victor bij zijn schouder heeft gepakt.
‘Laat me los Remco.’ Victor probeert zich los te schudden.
‘Geef eerst antwoord, wat doe je hier?’
‘Wat doe jij hier?’
Remco pakt Victor steviger vast.
‘Niet zo brutaal mannetje.’
Ik heb maar één ding in mijn hoofd, hoe kom ik zo snel mogelijk in het huis van tante? Ik probeer weg te duiken in de heg maar loop recht in de armen van een andere man.
‘Hé juffertje, waar gaan we naar toe?’
De man draait mijn arm op mijn rug. Dat doet gemeen pijn. Tranen springen in mijn ogen, nu komt het niet meer goed. De man duwt me voor zich uit verder de tuin van de buren in. Mijn benen zijn helmaal slap.
‘Wie zijn dit Rem?’
‘Mijn stiefzoon met zijn vriendinnetje.’
‘Shit, dat kunnen we nu niet gebruiken.’
‘We nemen ze mee naar binnen.’

Bij de tuindeuren staat nog een man. Ouder dan de andere twee. Hij heeft iets bekends, maar niet prettig. Hij kijkt langzaam van Victor naar mij, alsof we vieze vliegen zijn.
‘Ha, dus dat zijn de indringers. Goed dat je dat zag jongen. Ze hadden er misschien de politie bij gehaald.’
‘Wat doen we met ze?’
‘We sluiten ze op in de kelder. Morgen zijn we hier klaar. Als de politie ze dan vindt, zitten wij hoog en droog op een palmenstrand.

Waar waren we ook al weer gebleven? Klik hier.

Of wil je bij het begin beginnen? Klik dan hier.

Geplaatst in Huis, tuin en keuken

De finish

Het valt met bakken uit de lucht. Ik zei nog tegen onze Cor:

‘Vandaag gaan we niet hoor, wat kan mij die medaille schelen.’

Cor wilde daar niets van weten. Dus zit ik in mijn natte goed de hele rit uit. Er staat ook nog een nare wind als we langs de kantoren rijden. Morgen ben ik verkouden. Ja, duw jij je ouwe moeder maar lekker Corretje. Werk je maar in het zweet. Hoe meer je transpireert, hoe heiliger je voelt. Kijk eens hoe lief ik voor mijn moedertje ben. Alles voor de buitenkant bij onze Corry. Normaal komt ze nooit eens langs. Maar in de week van de rolstoelvierdaagse weet ze haar moeder weer te vinden. Allemaal om indruk te maken op die voorzitter van het Rode Kruis. Als ze straks niet kijkt, duw ik mijn wagentje tegen meneer zijn schenen.

Gelukkig, we zijn bijna bij de finish. Nee zeg, wie heeft Cor nu weer overgehaald om ons op te wachten met bloemen? Het is die valse zuurpruim uit de Vivaldistraat. Dat wordt gezellig koffiedrinken en eindeloze verhalen aanhoren over al haar kwalen.

De Finish, Gekleurde Gedachten, Karien Damen

Geplaatst in Mijn tante Hetty

Mijn tante Hetty deel 12: Naar de politie?

Nadat Victor zijn broertje naar bed heeft gestuurd, kijken we op de computer of we een aanwijzing kunnen vinden waar tante is. Volgens haar agenda had ze vandaag een gewone dag met afspraken op kantoor. Behalve van vier tot vijf uur, daar staat:

Politiebureau 

‘Ze had dus gewoon op tijd thuis kunnen zijn. Er moet iets ergs gebeurd zijn.’ Hierna hou ik mijn mond. Ik durf niet verder te denken.
Victor staart naar het scherm. ‘Zo komen we niet verder, ‘ zegt hij na een tijdje. ‘We moeten echt gaan zoeken.’

‘Is het niet beter om naar de politie te gaan? Laatst zijn tante en ik achtervolgd.’

‘Dat vertel je nu pas.’
‘Sorry, ik denk er nu pas weer aan.’
‘Jeetje zeg, hoe kun je daar niet aan denken?’
Ik vertel Victor over de achtervolging nadat we boodschappen hadden gedaan. ‘Tante deed er heel koeltjes over alsof het niets bijzonders was.’
‘Allemachtig en nu ook nog dat hacken. Dit is serieuze shit. Als mijn moeder terug is, sluipen we het huis uit. Kijken of je tante misschien toch gewoon thuis is.
‘Ja, en als dat niet zo is, gaan we naar de politie.’
‘Stil, ik hoor wat.’
Ik hoor het ook, er stopt een auto voor het huis. Victor doet snel het licht uit. We houden onze adem in. Twee portieren gaan open en klappen dicht.
‘Dat is mijn moeder met die slijmbal,’ fluistert Victor. ‘Die mogen niet weten dat jij hier bent, want dan kunnen we niet weg.’

‘Tantes fiets staat in jullie tuin,’ fluister ik verschrikt terug.

‘Ssst, misschien hebben ze niets in de gaten.’

Buiten klinkt een vrouwenstem: ‘Ga je nog mee naar binnen, de jongens slapen al’

‘Nee liefje, vanavond niet, ik moet nog wat regelen.’
‘Zijn je vrienden weer belangrijker dan ik?’
‘Nee, je weet wel beter, maar die leuke etentjes met jou moeten ergens van betaald worden, toch?’

Even horen we niets, dan klinkt het zacht:

‘Misschien dat ik straks nog even kom.’
Er klinkt wat gerommel en het geluid van een sleutel die omgedraaid wordt in een slot.

Ik krijg een por van Victor: ‘Vlug, verstop je onder het bed.’

Ik wring me tussen de rommel onder het bed. De auto rijdt de straat uit. Dan is het stil en hoor ik alleen mijn hart kloppen.

 

Waar waren we ook al weer gebleven? Klik hier.

Of wil je bij het begin beginnen? Klik dan hier.