Geplaatst in Huis, tuin en keuken

Wat zal ik met je doen?

De zon in de laatste weken van augustus hebben je wangen rood gekleurd. De tak die jou droeg, boog helemaal door en lag bijna op de leuning van de tuinbank. Ik voelde van de week of je nog goed vastzat. Het zou zonde zijn als je op de grond terecht zou komen als voer voor insecten. Gelijk liet je los en lag je zwaar in mijn hand.

Een appel valt niet ver van de boom

Glanzend, stevig en rijp, terwijl je broertjes verschrompeld zijn in deze hete zomer. Elke avond heb ik mijn kleine appelboompje water gegeven in de hoop dat jij tot een echte appel zou uitgroeien.

One Apple a day keeps the doctor away

En nu lig je hier, wat zal ik met je doen? Ik kan je in een salade verwerken met bijvoorbeeld rode bietjes of in een stoofschotel, maar dan kom ik er niet goed achter hoe je smaakt. Want wat voor appel ben je eigenlijk? Zacht zuur en erg sappig. Je schil is een beetje hard en bitter. Lekker. Een bekende smaak, de naam ligt me voor op de tong. Nee, dan maar even tante Google raadplegen: je bent een Elstar. Perfect voor appeltaart of voor zo uit de hand. Ik droom al over de oogst van volgend jaar.

Zelfs in de lekkerste appeltaart zit wel een pit

Wat zal ik met je doen? Gekleurde Gedachten, Karien Damen

Geplaatst in Huis, tuin en keuken

Het sprookje van de appeltaart

Er was eens een warme appeltaart. Hij kwam net uit de oven en geurde heerlijk. Je rook de zoete suiker, de frisse appel en de kruidige kaneel. De geurende appeltaart lag te wachten. Te wachten op mensen die hem nodig hadden. Voor iedereen was er een stukje. Een stukje dat precies paste bij wat hij of zij nodig had. Voor de één was dat het zoete om getroost te worden. Een ander ging het om de stukjes appel die smolten op de tong. Voor weer een ander was het warmte van het deeg, de gezelligheid en het gevoel samen iets te delen.
De mensen smakten en spraken met elkaar over de taart. Toen alles op was gingen ze blij en gevuld naar huis.
En de appeltaart? Die veegden zijn kruimels bij elkaar en dacht, heel alleen: ‘wat nu?’

appeltaart

‘Maar wacht eens, er is nog een stukje over. Gelukkig, want ik vind mezelf ook heel erg lekker. En morgen dan begin ik weer overnieuw en zet dan gelijk een stukje weg, want ook een appeltaart verdient troost en aandacht.’

 

Geplaatst in Huis, tuin en keuken

Hoog bezoek

appeltaartHet huis is extra gestofzuigd en de kussens op de bank zijn opgeschud. De appeltaart staat op het aanrecht af te koelen. Het hoge bezoek kan komen, wij zijn er klaar voor. Mijn tante T, de jongste zus van mijn vader, komt met haar man op de thee. Ze wilden weleens met eigen ogen zien hoe mijn broers en ik op die vooruitgeschoven post van de familie in de randstad woonden. Ze planden een tournee van een dag door Pijnacker. Eerst gaan ze op de koffie bij mijn jongste broer en zijn gezin, daarna lunchen bij mijn andere broer en tot slot komen ze bij ons theedrinken.

Ik vind het geweldig dat ze dit zo bedacht hebben, mijn tante en oom zijn in de tachtig. Wij, de kinderen van haar broer, zijn ook al geruime tijd volwassen. Het warme gevoel blijft hetzelfde. Ik ging graag logeren bij mijn tante, voor haar was niets te gek en ze had overal tijd voor. Ze droeg prachtige slingbacks met hoge hakjes en lakte haar teennagels. Ze woonde met haar gezin in Zeeuws Vlaanderen en de reis er heen was op zichzelf al een avontuur. Met de pont van Kruiningen naar Perkpolder of door de tunnel in Antwerpen. Ik waande me in het buitenland.

Ik overweeg nog even om de vlag uit te hangen. Het is tenslotte een feestelijke dag. Het is alleen geen koninklijk feest en bovendien zondag. Mijn oom zal daarom misschien niet zo gecharmeerd zijn van een vlag. Hij was wat strenger. Tenminste, dat was zo in mijn herinnering. Daarom vormden ze samen zo’n goed koppel. Verder in mijn herinneringen afdwalen lukt niet meer, er stopt een auto voor de deur.

Ze ogen jonger dan tachtig, mijn tante nog steeds op hakjes. De derde rondleiding van de dag volbrengen ze moeiteloos. Het tweede stuk appeltaart van die dag wordt aanvaard, een klein coördinatiefoutje van onze kant. Als de koetjes en kalfjes op zijn gaan we over op herinneringen en familieverhalen. De middag is in een mum om. We zwaaien tot ze aan het einde van de straat zijn.