Zo maar, het was op een zondag in juli, is bus 132 voorgoed uit mijn leven verdwenen. We gingen op die regenachtige dag, in het kader van onze inburgering, een kijkje nemen in het Stedelijk Museum in de Boschstraat in Breda. Laat dat nu net de zondag zijn dat de nieuwe dienstregeling van Bravo inging. De route Breda CS – Baarle-Nassau is nu onderdeel geworden van een Bravo direct lijn. In zekere zin is het het voor de bus zelf een promotie. Omdat alle Bravo direct-lijnen een nummer hebben beginnend met een drie, is het nu bus 375 die ons naar de stad vervoert.
Lees verder “Vaarwel Bus 132”Een mooie fietstocht op een warme dag
Het was tijd om de omgeving rond Ulvenhout verkennen. Daarom zocht ik op de website van Ons Ulvenhout naar een mooie fietstocht. In de rubriek Weetjes over onze Laurentiuskerk en kapellen, een leuke route van Ulvenhout via Galder naar Strijbeek en weer terug naar Ulvenhout. In totaal ongeveer 14 kilometer. Kort genoeg dus om onderweg de tijd te nemen alle kapellen rustig te bekijken. Kort genoeg om het niet te warm te krijgen en voldoende schaduwplekken onderweg.
Lees verder “Een mooie fietstocht op een warme dag”Een bedje met spijlen
Op de Ginnekenweg, in de boekhandel van Van Kemenade & Hollaers, vind ik rechtsachter een hele kast vol boeken over Breda en omgeving. Normaal is voor mij alles in een boekwinkel al onweerstaanbaar maar deze kast is een echte snoepwinkel. Boeken over bierbrouwerijen, carnaval en het Roomse leven. Ik blader door een boek waarin alle gevels van de huizen aan de Baronielaan zijn getekend. Op welk nummer woonde tante J. ook al weer? Het was een bovenwoning ergens schuin tegenover ijssalon La Capri vlak bij het Mastbos.
Lees verder “Een bedje met spijlen”Boekenwurm of musicalster?
Het begint met vlaggen die uitgehangen worden. Soms slingert er een schooltas aan. Vorige week zag ik er zelfs een tweede vlag erbij hangen. Het was die van een school. Daarna volgen de musicals van groep acht. Als dan ook in stille straten het vergeelde onkruid hoog staat, weet je: De schoolvakanties zijn begonnen.
Lees verder “Boekenwurm of musicalster?”Het meisje en het dorp
Iemand zei eens tegen mij: ‘Je kunt het meisje wel uit het dorp halen, maar het dorp niet uit het meisje.’ Zijn relatie was net gestrand. Zijn geliefde had zoveel last gekregen van heimwee dat ze terug was gegaan naar het dorp waar ze was opgegroeid.
Lees verder “Het meisje en het dorp”Waar ik woon ben ik thuis
Deel 4 (slot) de cirkel is rond

2004 – 2020 Sperte Pijnacker
We vonden het huis wat aan de kleine kant. Er werd in die periode weinig gebouwd in de stad. Dus gingen we verder kijken in de regio. Pijnacker had een bijzondere attractie, mijn broer woonde daar met zijn gezin. Het was heerlijk om tante te zijn. Mijn andere broer kwam later ook in Pijnacker wonen, zo ontstond er een enclave van mijn familie.

2020 – 2024 Markt Zoetermeer
Op 13 februari tekenden wij het contract voor een appartement op de 13e verdieping. Het werd mijn 13e woonadres. Het was het kantoor waarin ooit de gemeente Zoetermeer gehuisvest was. Zelf heb ik op de 10e en de 11e gewerkt. Ik voelde me direct op mijn gemak. Onderin zitten nog kantoren van de gemeente. We hebben een fantastisch uitzicht. Op zaterdagen hoor je de marktkooplui hun waren aanprijzen en tussendoor klinkt de kerkklok.
Sinds 31 december 2025 woon ik weer in Ulvenhout en daarmee is de cirkel rond. Hoe dat zo is gekomen vertel ik een volgende keer.
Dit is het vierde deel van mijn verhaal over verhuizingen. Ik werd geïnspireerd door een artikelenreeks in het blad Eigen Huis. Leuk om te lezen welke wooncarrière mensen maken tijdens hun leven. Hoe zit het eigenlijk met jou, ben je ook een zwerfvogel of meer honkvast?
Waar ik woon, ben ik thuis
Deel 3: Geland?

1991 – 1995 Lena Blok-Wout straat Rotterdam
Mijn eerste vaste baan kreeg ik in Dordrecht. Ik kon een huis kopen. Het werd een premie A-woning in de nieuwe wijk Prinsenland. Eindelijk een eigen voordeur, centrale verwarming, een ligbad en een achtertuin. Ik verbaasde me vooral over de hoeveelheid blauwe lucht die ik kon zien uit mijn slaapkamerraam.

1995 – 1998 Annie van Eesstraat Rotterdam
Bijna kerstmis en ik zit kaarten te schrijven. In 1995 ben ik met E. getrouwd en hebben we in hetzelfde Prinsenland een iets groter huis gekocht met een vide. Dat vond ik het mooiste aan dit huis en de heerlijke woonkeuken. We zaten daar vaker dan in de woonkamer, die ik dan ook de overloop heb gedoopt.

1998 – 2001 Karnhuis Etten-Leur
Dit is iets voor jou schreef mijn zus bij een krantenknipsel van een project in Etten-Leur. We waren op zoek naar een huis dichter bij mijn familie. Dus hebben we het gekocht. Eindelijk had ik een moestuin. Alleen, ik ging in 1999 in Vlaardingen werken en weer wat later E. in Den Haag. Dat was niet te doen.

2001 – 2004 Paul Henry Spaakring Vlaardingen
Jammer van de groente en kruidentuin. Toch heeft het wonen in de stad waarvoor je werkt ook een plus. Je bent veel eerder op je werk en weer thuis. Heerlijk op de fiets langs de Vlaardingse Vaart. Maar je bent ook dubbel betrokken bij het wel en wee van de stad.
Waar ik woon, ben ik thuis
Deel 2: Uitgevlogen
Van Ulvenhout naar Breda, Leiden, Rotterdam, Etten-Leur, Vlaardingen, Pijnacker, Zoetermeer en weer terug naar Ulvenhout, ik ben best vaak verhuisd in mijn leven. Het gekke was, als mijn spulletjes om me heen waren geland, voelde ik me thuis. Kleine kinderen worden groot en vliegen uit. Ik was 18, ging studeren en op mezelf wonen. Heel spannend allemaal ook voor mijn ouders, maar dat begreep ik pas achteraf. Ik ging het avontuur tegemoet, zij wisten dat ik nooit meer op hun nest zou terugkeren.

1978 – 1984 Witte Singel Leiden
Op kamers met drie andere meiden, bij een hospita. Het was best primitief, we hadden oliekachels op de kamer en we kookten op een fles butagas. Op de foto leer ik mijn huisgenoot Janice schaatsen. Ze kwam van Curaçao en had nog nooit ijs gezien. De winter van 1979 was streng. Zo streng dat we bij elkaar kropen en in slaapzakken voor de kachel zaten met het laatste restje olie.

1984 -1986 Struissenburgstraat Rotterdam
M. kende ik nog van de middelbare school. Zijn zus studeerde ook in Leiden en zo kwam van het een het ander. We vonden een voor-tussen-achter woning in Rotterdam. Met een touw vastgemaakt aan de trapleuning openden we de voordeur beneden. Het pand was flink scheef gezakt, je viel er letterlijk met de deur in huis.

1986 – 1989 Waterloostraat Rotterdam
En toen woonde ik weer alleen. Niet helemaal, de katten Ferdinand en Neelie verhuisden mee naar zo’n twee honderd meter verder. Een smal straatje met aan de overkant Dikke Willem met zijn aap en geit en en hele stoet vage vrienden zolang het bier niet op was.

Oostzeedijk 1989 – 1991 Rotterdam
Een portiekflat van het gemeentelijk woningbedrijf was de volgende stap. Een berging voor mijn fiets en oude spullen. Achter keek ik uit op een binnentuin. Bij de maandelijkse huur zat een bedrag voor kijk-groen. Dat hadden ze in Rotterdam uitgevonden. Aan de overkant zaten gezellige kroegjes en een fish-en-chips zaak. Lijn 1 en 7 stopten voor de deur.
Ik sta hier met Rinus Riekwel voor de deur, hij kwam de nieuwe woning inwijden.
Dit is het tweede deel van mijn verhaal over verhuizingen. Ik werd geïnspireerd door een artikelenreeks in het blad Eigen Huis. Leuk om te lezen welke wooncarrière mensen maken tijdens hun leven. Hoe zit het eigenlijk met jou, wat herinner je je nog van het uitvliegen?
Waar ik woon, ben ik thuis
Deel 1: jeugdjaren
Van Ulvenhout naar Breda, Leiden, Rotterdam, Etten-Leur, Vlaardingen, Pijnacker, Zoetermeer en weer terug naar Ulvenhout, ik ben best vaak verhuisd in mijn leven. Het gekke was, als mijn spulletjes om me heen waren geland, voelde ik me thuis. Om te beginnen officieel ben ik geboren in Breda. Dat zit zo. Tot midden jaren zestig kwamen veel kinderen uit de wijde omgeving daar ter wereld in het Moederheil, bij de nonnen. Mijn moeder vertelde dat het bij mijn geboorte zo druk was in de kraamkliniek dat mijn wiegje in de keuken van het klooster stond. Als ik naar school fietste kwam ik langs het Moederheil, dat inmiddels Valkenhorst heette, en stelde me dat wiegje voor. Dat het moederheil niet voor alle moeders een heilzame plek was, werd veel later pas duidelijk.

1959 – 1968 Pennendijk Ulvenhout
Op weg naar buurvrouw Nelly. Iedereen kwam toen nog gewoon achterom, voor iemand die net kon lopen was het nog wel een eindje voor ik in de keuken bij Nelly was.
1968 – 1975 ’t Hofflandt Ulvenhout
Ons nieuwe huis was net klaar. Mijn vader bouwde het eigenhandig samen met z’n broers. Zelf heb ik een stukje spouwmuur mogen metselen en eindeloos met stenen gesjouwd. En toen was het ijd om te luieren. Je kunt nog net zien dat aan de overkant de basisschool De Roskam werd gebouwd.


1975 – 1978 Dillenburgstraat Breda
Mijn ouders kochten een bakkerswinkel om te verbouwen, midden in het Ginneken. Met de verbouwing zijn ze jaren bezig geweest. Ik herinner me dat we maanden boven in hun slaapkamer hebben gewoond omdat beneden alles gesloopt was. Hier zit ik op de binnenplaats. Deze foto is genomen in de week dat ik mijn vwo diploma haalde en mijn rijbewijs. Tijd om uit te vliegen.
Dit is het eerste deel van mijn verhaal over verhuizingen. Ik werd geïnspireerd door een artikelenreeks in het blad Eigen Huis. Leuk om te lezen welke wooncarrière mensen maken tijdens hun leven. Hoe zit het eigenlijk met jou, ben je ook een zwerfvogel of meer honkvast?
