Er was eens een verpleegster die naar de godin van de jacht was vernoemd. Haar vader en moeder hadden verwacht een kind te krijgen met lange blonde lokken, lange benen en een stralende lach. Ze kregen Diana, een plomp meisje met sluik haar van een onbestemde kleur. Lachen deed ze niet veel. Ze schaamde zich voor haar tanden. Gelukkig viel er niet veel te lachen in haar leven. Haar leven was saai en voorspelbaar. Ze zorgde voor zieke mensen, sopte hun bedden en veegde hun billen schoon.
Het liefste was ze zangeres geworden. Ze had een goede stem. De kapelaan zette haar vooraan in het koor. De andere meisjes konden zich dan aan haar optrekken. Alleen, haar vader vond het geen goed idee. Zingen was niets voor nette meisjes, eerder iets voor sloeries zoals Debbie van de overkant. Nee, ze kon beter een fatsoenlijk beroep kiezen waar ze een redelijk inkomen mee kon verdienen. Ze was per slot van rekening niet de knapste. Diana begreep zelf ook wel dat een echtgenoot er voor haar niet zou inzitten. Niet dat Diana daar zo’n behoefte aan had toen ze een meisje was. Het leek haar helemaal niets om met een man in één bed te liggen. Ze had de geluiden gehoord die op zondagmiddag van boven kwamen als haar vader en moeder een dutje deden. Ze moest er niet aan denken die zelf te moeten maken.
Toen ze vijftien was ging ze naar het Sint Joseph ziekenhuis voor de opleiding. Het ziekenhuis had gelukkig een eigen zangkoor. Diana werd direct ingelijfd. Nog niet zo lang geleden had het koor zelfs een CD gemaakt met liedjes uit de jaren vijftig. De cover hing ingelijst aan de muur van haar appartement in het zusterhuis. En nu was het kerstavond. Het was stil in het complex, de anderen bewoners hadden dienst of waren afgereisd naar familie. De radio speelde zacht: I am dreaming of a white Christmas. Diana neuriede zachtjes mee. Ze keek naar de envelop in haar handen. Zou ze wachten tot na de kerst of haar nu open maken en gelijk de hele beker leegdrinken?
De brief begon zoals gebruikelijk met een dankwoord voor haar deelname aan de auditie. Dit keer voor een rol in de musical over het leven van de zingende non. Het vervolg was anders: We zijn zeer onder de indruk van uw uitvoering van Dominique en nodigen u uit om nadere afspraken te maken omtrent een contract. Ze rende naar het raam, opende het wagenwijd en haalde diep adem. De koude nachtlucht deed pijn aan haar longen, maar ze zette stevig in: I am dreaming of a white Christmas. Haar zang galmde over de parkeerplaats achter de flat. Een man keek schichtig naar boven en stapte snel in zijn auto. ‘Ben je soms bang voor een sloerie?’ riep ze hem na. Wat kon het haar schelen. Ze zou nog lang en gelukkig leven.
Ik hoor haar bijna Gabriellas sång zingen, dat komt er vast nog eens van.
LikeGeliked door 1 persoon
Dat kende ik niet, mooi!
LikeGeliked door 1 persoon
Mooie film ook, waar het lied uit komt.
LikeGeliked door 1 persoon
Dat zag ik, ga ik zeker zien.
LikeGeliked door 1 persoon