Steeds vaker is de dokter een vrouw. Toch is het beeld dat we hebben van een dokter, dat van een man. Zelfs bij dokters blijkt dat een hardnekkig beeld te zijn.
Van de week kwam ik bij mijn tandarts voor een terugkoppeling van mijn bezoek aan de kaakchirurg.
“Wat heeft hij gezegd over de foto’s?” Vroeg ze aan mij toen ik net in de stoel had plaatsgenomen. “Het was een zij”, zei ik. De tandarts keek me over haar mondkapje aan. Ik zag in haar ogen een stroom aan gedachten voorbijtrekken: ”Hoe kan het dat ik, zelf een vrouwelijke tandarts, er vanzelfsprekend vanuit ga dat een arts altijd een man”. Zij herhaalde daarom direct haar vraag: ”Eh, wat heeft *zij* gezegd.” Want ik kan vinnig terug kijken.
Och, die kaakchirurg zelf, ging er ook van uit dat mijn tandarts wel een man zou zijn.

Ik heb een klein onderzoekje gedaan in Pijnacker-Zuid. Niet dat mijn wijk het middelpunt van de wereld is, maar wel een aardige doorsnee van wat in Nederland gebruikelijk is.
In het gezondheidscentrum in onze wijk zitten praktijken van huisartsen, tandartsen, fysiotherapeuten, verloskundigen en een apotheker. Op de afzonderlijke sites heb ik drie mannelijke artsen geteld. Van de apotheek weet ik het niet, maar ik heb daar nooit een man gezien.
Voor een second opinion mag ik van mijn tandarts naar een endodontoloog. Geen idee wat voor iemand dat is. Endo betekent zoiets als inwendig en donto staat denk ik voor tanden. Iemand met kennis van het binnenste van tanden en kiezen. Volgende week ga ik haar bellen, of toch hem?