Geplaatst in Boeken

Rust Roest

rollator in de regen“Het is heel mooi geworden. Hij woont er nu een paar weken. Ze kunnen er zelf koken maar ook met elkaar eten. Er is een wasmachine en een ruimte om te strijken. Dat is natuurlijk heel goed voor zijn zelfstandigheid.”

Al pratende met haar vriendin stapte ze voor mij de metro in. Ik werd helemaal enthousiast van haar woorden. Zou het niet geweldig zijn als ik oud was en niet meer zelfstandig kon wonen in zo’n voorziening terecht kon. Een woning waar ik toch voor mezelf kon koken of als het zo uitkwam met anderen samen mee kon eten. Gezelligheid als ik daar behoefte aan had. Mijn was zou ik er zelf ook nog kunnen doen. Maar dan wel zo dat iemand oplet dat het goed gaat. Dat ik het strijkijzer niet vergeet uit te zetten. Doen wat ik nog kan, geestelijk en lichamelijk blijf ik fit. Misschien is er ook wel een tuin bij, waarin ik dan kon helpen. Ik zag het al helemaal voor mij. Een plek waar altijd de zon schijnt.

Schuin achter mij, twee bankjes verder, werd het gesprek vervolgd. “Ik denk dat hij alleen nog maar thuis komt in de weekenden vlak voor zijn tentamens.”

Met één klap was ik weer in een metro met beregende ramen. Het gesprek ging niet over haar vader maar over haar zoon. Die was kennelijk net in een nieuwe studentenflat gaan wonen.

Dat mijn gedachten zo op hol waren geslagen, komt omdat ik het boek van Rudi Westendorp: Oud worden zonder het te zijn, aan het lezen was. Ik heb het net uit, maar het laat me niet los. Het maakt dat ik met optimisme oud ga worden. Ik ben van plan minstens 90 jaar te worden en er wat van te maken. De boodschap van Rudi Westendorp is dat oud worden voor een deel geluk en goede genen is, maar ook actief blijven en gezond leven. Nu we met z’n allen zoveel ouder worden als onze grootouders moeten we niet alleen zelf, maar ook als samenleving invulling geven aan dat langere leven. Dat betekent anders gaan denken over werken, wonen en pensionering. Niet meer uitkijken naar de dag waarop je met pensioen gaat met het vooruitzicht dat je het kalm aan gaat doen en gaat genieten. Dertig jaar lang, als het meezit, of tegen zit? Rust roest, geen e-bike voor mij en ik neem de trap naar boven.

Geplaatst in Huis, tuin en keuken

Altijd wind mee hebben

RIH fiets
Mijn RIH

Ik heb een echte RIH. Een fiets die genoemd is naar het paard van Karl May. Als ik de banden goed oppomp is hij de snelste van alle fietsen. Bijna elke dag fiets ik er mee naar mijn werk. Het mooie van fietsen is dat ik de jaargetijden voorbij zie komen. Op dit moment is het heerlijk om door het fluitenkruid te fietsen en in de weilanden de lammetjes te zien. Op weg naar huis waait de wind alle muizenissen uit mijn hoofd.

Maar steeds vaker, stevig doortrappend op weg naar mijn werk, scheurt iemand me voorbij, moeiteloos. Als ik dan goed kijk, zie ik een verdikte achteras of framebuis. Daar zit een accu in. Iemand, meestal jonger dan ik fietst me op een e-bike voorbij. Vroeger herkende je deze fietsen aan een platte doos op de bagagedrager. Of met een bromfietsplaatje achterop. Daar wilde mijn moeder zelfs niet mee gezien worden.

Tegenwoordig is één op de vijf fietsen een elektrische. Op korte afstanden is het een gezond en milieuvriendelijk alternatief voor de auto. Maar wees dan een echte held en stap op een echte fiets. Tekenend vind ik dat je zo min mogelijk moet kunnen zien dat het een elektrische fiets is. Sparta gebruikt het als pluspunt in zijn reclame voor de nieuwste uitvoering. Geen SpartaMet maar een Sparta X de luxe.

Al die mooi weer fietsers willen niet weten dat ze met trapondersteuning fietsen.

Of ik jaloers ben? Welnee, ik voel me fit en gezond als ik kan fietsen. Hoewel, een enkele keer heb ik flink wind tegen en er zit een gemeen hellinkje in het nieuwe fietspad langs de N470. Dan vermaan ik mezelf: alles is beter dan op de sportschool op een band van niets naar nergens te lopen. Ik ga liever achter boeven aan.