Waar is de deur?
Ik sta op het Rode Zand op de plek waar de ingang van het Museum Rotterdam zou moeten zijn. Ik zie alleen een stalen wand met een smal raam ernaast.
Het museum gaat om 10.00 uur open
Dat zegt een bordje op het raam. Ik begin een echte bejaarde te worden. Ik ben veel te vroeg voor onze afspraak. Om 10.00 uur gaat de stalen wand open. We zijn de eerste bezoekers vandaag. Alle ruimte en tijd om alles goed te bekijken.
Vergeten films.
Beelden uit het dagelijkse leven van de Tweede wereldoorlog, komen voorbij. Een kerstdiner, een bombardement in de Rotterdamse haven en het feest na de bevrijding.
Bijzonder om bewegende beelden te zien van iets wat ik alleen van foto’s ken. Een meisje met een jodenster loopt door een winkelstraat. Je ziet de blikken van de mensen die ze passeert.

De drie stukjes film zijn gekoppeld aan interviews. Bijzonder om hoogbejaarden te zien die aan het einde van de oorlog jongens waren of nog niet geboren zoals de dochter van de filmer. Ze had de filmdozen jarenlang op zolder bewaard en vergeten.
Girlpower
Boven aan de trap lacht een stoere meid ons vanaf een foto toe. Het is Amira Tahri, kickbokstser in de dop. Ze lokt ons naar de tentoonstelling.

Het is een ode aan alle Rotterdamse sportvrouwen, te beginnen met Rie Mastenbroek. De vrouw die drie gouden medailles wegsleepte op de Olympische spelen van Berlijn. Zwemmen als Rie kun je niet in het museum, maar je kunt wel proberen net zo snel te zijn op het stootkussen als Nouchka Fontijn, harder te fietsen dan Leontien van Moorsel of net zo vaak te scoren voor het Nederlandse hockeyteam als Fatima Moreira de Melo.

Zweet en tranen
Leuk om dat in een museum te kunnen doen. Misschien inspireert het meiden en jongens om te gaan sporten. Net zo inspirerend vond ik de verhalen van de sportsters zelf. Hoe zij bleven doorgaan, plezier hadden, vreugde deelden maar ook tegenslagen overwonnen omdat ze geloofden in zichzelf en in hun unieke talenten.
Daar hoef je geen sporter voor te zijn.
