
Deze week hoorde ik op de radio een interview met een man die geluiden verzamelt. Zo had hij het geluid opgeslagen van een lier die gebruikt werd bij een mijn vlak bij Roermond. Deze klinkt weer heel anders dan de lier van de mijn bij Kerkrade. Dat liet hij ons op de radio allemaal horen. Voor oude mijnwerkers zou dat een feest der herkenning zijn. Een herinnering aan de tijd dat ze jong waren en met collega’s zwaar maar belangrijk werk verrichtten
Misschien dat hij ook het geluid op wil slaan van een sportvliegtuigje hoog in de lucht op een zonnige zomerdag. Dan zou ik dat geluid kunnen afluisteren voor een herinnering aan mooie zomers uit mijn jeugd. Dat zou mooi zijn. Alleen vraag ik me af of het ook zo werkt.

Ik denk dat ik het maar hou op het spontane moment dat het geluid van een sportvliegtuigje mijn hoofd binnenvliegt. Dan onstaan er associaties die horen bij een prettig gevoel. Ik heb een hele zomersymfonie klaarliggen die past bij dit geluid.
Stemmen van kinderen in de verte, die op gaan in hun spel. Een dikke bromvlieg die verdwaalt door de keuken vliegt en tegen het raam opbonst. Gordijnen die opwaaien door de wind en zacht langs mijn armen strijken. De geur van pas gemaaid gras.
Het geluid van het vliegtuigje alleen is al voldoende om deze beelden bij mij op te roepen. Het is het verlangen naar de zomer en het verlangen om de zomer vast te houden.