De Nederlandse filosofie heeft een paar jonge goden. Een kenden we al, Rob Wijnberg. Hoofdredacteur van nrc.next en onder andere columnist voor het NRC Handelsblad en De Groene Amsterdammer. Hij was een paar jaar geleden gast in het programma Zomergasten van de VPRO. Zijn optreden maakte toen veel indruk op mij, briljant en fris.
Een andere ietsje oudere jonge god is Coen Simon. Eerder schreef ik al een stukje over zijn boek Zo begint iedere ziener. Een boek over alledaagse zaken met een bijzondere verklaring. Voor wie mijn stukje wil nalezen, ik heb de tekst hieronder geplakt (meer lezen). Coen Simon kreeg dit jaar de Socrates wisselbeker uitgereikt, voor zijn boek En toen wisten we alles, een pleidooi voor oppervlakkigheid.
De afgelopen weken las ik twee stukjes in de krant met een aansprekende relativerende kijk op ons modern getob. En die bleken dus geschreven te zijn door Coen Simon.
Het eerste artikel ging over over het gegeven dat wij om van de stress af te komen op zoek gaan naar onze passie. Als we weten wat we echt willen en onze passie vinden komt alles goed. Maar volgens Coen Simon leidt die plicht tot passie juist tot een opgebrande samenleving. Iets leuk vinden is niet meer genoeg. We hebben een bijna religieuze plicht tot zelfverwerkelijking. Zo’n gedachte helpt enorm, hoef ik me niet schuldig te voelen als ik mijn innerlijke drijfveren niet kan vinden.
Het andere artikel ging over moderne ziekten. Dit naar aanleiding van het gegeven dat social media tot stress en ziekte zou leiden bij jongeren. Er is zelfs een naam voor de nieuwe aandoening: FearofMissingOut (FOMO). Elke nieuwe techniek heeft zijn eigen ziekten. De uitvinding van de trein leidde tot Railwayspine. En er wordt ook veel aan verdiend door verzekeraars en artsen, denk aan RSI. Nu vindt Coen Simon niet dat we onze zorgen over nieuwe techniek weg moeten rationaliseren. Maar we dienen vooral niet te vergeten dat onze natuur zo sterk is als de laatst uitgevonden schakel. Wij zijn zo goed in het ons toe-eigenen van middelen dat we vergeten dat niets onmiddellijk gaat.
Dat is weer een mooie gedachte die helpt in het dagelijkse leven. Mij bijvoorbeeld bij mijn werk. Ik ben namelijk bezig met de evaluatie van de nieuwe vergaderwijze van de gemeenteraad. Ik ben benieuwd naar het nieuwe boek van Coen Simon, Wachten op geluk, een filosofie van het verlangen. Het is net uit. Misschien krijg ik het wel voor mijn verjaardag.
Lezen