De kranten stonden enige tijd geleden vol met spotprenten van de voormalige directeur van de ANWB, meestal afgebeeld met een hoofd vol pleisters. Er was veel ophef ontstaan over zijn aanstaande benoeming als nationale ombudsman door de Tweede Kamer. In die tijd speelde in onze gemeenteraad ook een benoeming, een stuk minder spectaculair. Het ging om de benoeming van een lid en een plaatsvervangend lid voor de commissie van beroep en bezwaar van de gemeente.
Baropbrengsten
We hebben al enige tijd een afspraak hoe we met benoemingen om gaan. Onze raad wil graag zorgvuldig omgaan met de kandidaten. Als het college een voorstel voor een benoeming naar de griffie stuurt, zetten we het voorstel en de cv’s op een alleen voor raadsleden toegankelijk gedeelte van het Raadsinformatiesysteem (RIS). De raadsleden krijgen enkele dagen de tijd om van het voorstel kennis te nemen. Als er een probleem rijst met een benoeming, maakt niet uit wat, dan komt het voorstel via een van de fractievoorzitters op tafel in het seniorenconvent. Tot nu toe is dat nog nooit nodig geweest.
Het idee hierachter is dat het vervelende consequenties kan hebben voor een kandidaat als zijn of haar naam al op straat ligt maar de raad bedenkingen heeft bij een benoeming. Geen idee wat er zou moeten gebeuren als een raadslid meldt dat een kandidaat bijvoorbeeld bij zijn tennisclub de baropbrengsten heeft meegenomen. Ik stel me voor een stevig gesprek in het seniorenconvent waarbij gewogen zal worden wat de relatie is tussen het vergrijp en de nieuwe functie. Een eventuele spijtbetuiging of een boete die is voldaan, zal ook een rol spelen.
Mooie werkwijze
Ik vond dit een mooie werkwijze, maar de kwestie rond de benoeming van de ombudsman bracht een stroom aan gedachten bij mij op gang.
Zie je wel, zoals wij het doen is zo gek nog niet. In ieder geval was dan voortijdig boven tafel gekomen dat er in het verleden iets gebeurt was dat de te benoemen persoon nog kwalijk werd genomen. Maar is dat wel zo? Zo’n 150 kamerleden moeten toch ook voelhorens in de samenleving hebben? Hebben raadsleden echt zoveel kennis van hun gemeente dat ze verkeerde kandidaten er wel uit kunnen filteren? En is het wel democratisch om achter gesloten deuren over een belangrijke benoeming te beslissen? Kandidaten van dat niveau moeten tegen een stootje kunnen, toch?
Na even wat langer nagedacht te hebben, realiseerde ik mij dat ook onze procedure Guido niet had gered. Ook onze gemeenteraad besluit, net als de Tweede Kamer, in openbaarheid over een benoeming. Uiteindelijk ligt de naam van de kandidaat toch op straat en had voor de raadsvergadering ophef over kunnen ontstaan. Toch was er een moment geweest dat onbekende feiten uit zijn of haar verleden op tafel waren gekomen en een discussie in de openbaarheid hierover was voorkomen of dat er een antwoord op was. Reputatieschade was voorkomen of in ieder geval van een goed weerwoord voorzien.
Twee stellingen
Eigenlijk is, zoals wij het doen zo gek nog niet, was mijn eindconclusie. Maar ik ben benieuwd naar de jouwe. Ik heb daarom twee stellingen bedacht.
1. Het is democratischer alles in de openbaarheid te doen. Kandidaten moeten van onbesproken gedrag zijn, ze gaan per slot van rekening belangrijk werk doen.
2. Je kunt beter in beslotenheid het over kandidaten hebben. Anders is straks niemand meer bereid een openbare taak op zich te nemen. Iedereen heeft wel een smetje.
Omdat het om politiek gaat, kun je hieronder je stem uitbrengen.