Er zijn niet veel mensen die kunnen bogen op een plakcarriere. Ik kwam er mee in aanraking toen ik net in Rotterdam woonde en lid werd van de Partij van de Arbeid. Ik heb het dan, om in de plaksferen te blijven, over het tijdperk van de Loesje posters. We gingen plakken voor de verkiezingen van de provinciale staten. Ik mocht met de lijsttrekker, Jan Hoek van Dijke, op pad. Het was in die tijd in Rotterdam toegestaan om op gemeentelijke eigendommen te plakken. Toch hadden we een licht anarchistisch gevoel en hoopten dat de politie ons aan zou houden.
Vele verkiezingen lang heb ik geplakt. Met een groepje gelijkgestemden laat op de avond met emmer en veger over straat zwalken en het begrip gemeentelijk eigendommen op rekken, was mijn ultieme invulling van het begrip solidariteit. We eindigen meestal verkleumd in een kroeg. Plakromantiek dus.
Van de ene op de andere dag verschenen er vlak voor verkiezingen speciale borden voor de affiches. Alleen op deze borden mocht nog geplakt worden. Zo bespaarden gemeenten op schoonmaakkosten. En de borden konden hergebruikt worden. Er onstond een hele cultuur rond het plakken. Het was een wedstrijd wie als eerste op de borden verscheen. Over je collega’s heen plakken deed je niet. Als er bij een ander een hoekje los zat nam je dat gelijk even mee. Toch voelde het een stuk minder romantisch om in afgepaste kaders te moeten plakken. Ik zie ook niet wat het electoraal oplevert om gezellig naast elkaar te hangen. Oke, het is democratisch, iedereen even veel plakruimte.

Ook krijg ik steeds meer twijfels bij het electorale nut van onze plakcampagnes. Verkiezingcampagnes worden gestreden op de televisie en in de landelijke media. De verkiezingsborden vallen alleen op bij partijgenoten. Die gaan bellen wanneer onze posters er niet snel genoeg op zitten, te laag of slecht geplakt zijn. De vergrijzing van het ledenbestand van politieke partijen is zichtbaar onder ons plakkers. Deze keer was ik op pad met twee gepensioneerde heren. Alleen hun enthousiasme was niet navenant. Die posters moesten in de onmogelijkste hoek bovenin. Ik heb met zweet in mijn handen de ladder vastgehouden. Het is gelukkig goed afgelopen en de posters hebben in geen jaren zo keurig gehangen.
De verkiezingsborden zijn al weer een paar weken opgeborgen. Ons nageplakte bedankje aan de kiezers heeft er niet lang gehangen. Wat rest is een gele plek in het gras. Wat mij betreft is het de laatste keer geweest, het plakken. Ik heb een advertentie bewaard van een bedrijf dat borden op ooghoogte plaats in de berm van de weg. Je hoeft alleen maar een bestandje van de affiche te mailen, lijkt me een stuk veiliger.
Een gedachte over “Plakcampagne”