![]() |
De merels |
Daar beginnen ze al. Voor mijn gevoel lig ik net in bed. De vogels, merels, zingen luid op zoek naar een partner en een territorium. Zij zijn ’s morgens altijd de eersten. Het is nog niet eens echt licht. Weten ze dan niet dat de kat nog buiten is. Een lekkere dikke merel om voor de deur te leggen. Gaat die andere nog harder zingen want hij is zijn maatje kwijt.
![]() |
De krantenjongen |
Dan komt de krantenjongen de straat in gereden op zijn brommer. Hij is vandaag laat. Stopt bij de eerste brievenbus. Rijdt dan weer iets verder naar de volgende brievenbus, klepperdeklep. Op naar de volgende brievenbus. Het geluid klinkt steeds verder weg. Zo die knul is de straat weer uit. Dan nog een krant in de straat hier achter en weg is hij weer. Op de fiets is veel gezonder joh.
![]() |
De buren |
Bij de buren is de wekker al gegaan. Die staan door de week om zes uur op. Ik hoor geluiden in de badkamer, kraan open, kraan dicht. De trap naar beneden, weer naar boven, weer naar beneden. De voordeur en het portier van de auto. Zo, de buurman is de straat weer uit. Wat jammer nou, hebben ze de wasmachine aan gezet. Waarom nu, in het weekend is het veel goedkoper. Nog even en dan gaat de centrifuge weer. Eén keer maar, vandaag was het de fijne was.